Schermopname (409)
Lezing

LEZING
VRIJMETSELARIJ IN BRUGGE
Joris Surmont

Tijdens de Verlichting staat het wetenschappelijk denken vanuit rationalisme en empirisme centraal. In die periode ontstaat een nieuw wereldbeeld dat gebaseerd is op een sterk vertrouwen op de rede en een algehele vooruitgang op het gebied van wetenschap, onderwijs, sociale hervorming en politiek. Typisch voor dit tijdsbeeld is de oprichting van een amalgaan van intellectuele verenigingen waarvan de vrijmetselarij er één van is. Mensen die op ideologisch vlak fundamenteel van elkaar verschillen, proberen elkaar broederlijk op een discrete en intieme manier in een besloten groep te ontmoeten.

Algemeen wordt het jaar 1717 aangenomen als de start van de vrijmetselarij met de oprichting van de Grand Lodge of London and Westminster. Het jaartal komt voor in James Anderson’s Constitutions, een boek handelend over de grondwet van de vrijmetselarij, dat in 1723 verscheen. Anderson verwijst naar de tradities en de symboliek van de laatmiddeleeuwse bouwvakkers. Hij beroept zich hiervoor op oude manuscripten, The Old Charges. De plichten regelden het werk van de meester, de gezellen en de leerlingen, de bijstand aan de gehandicapte en oudere leden, de correcte en broederlijke houding onder de leden, de eedaflegging op de Bijbel en de belofte van het bewaren van het Geheim (de vakkennis). Maar Anderson gaat verder. Hij beweert dat de organisatie geleidelijk aan evolueerde van het ambacht van het bouwvak (operatieve vrijmetselarij) naar een elitaire, intellectuele ethische kring, die hij de (speculatieve) vrijmetselarij noemt. Inzake religie neemt de vrijmetselarij aanvankelijk een natuurlijke godsdienst aan[1]:

het wordt doelmatiger geacht om die godsdienst te verplichten waarin alle mensen overeenstemmen, hun bijzondere meningen aan zichzelf overlatende; dat is te zijn goede en trouwe mannen, van eer en rechtschapenheid, door welke benamingen of overtuigingen zij ook gescheiden mogen zijn; waardoor de Metselarij het middelpunt van vereniging wordt en bron van trouwe vriendschap

Vrij vlug waait het gedachtegoed van de vrijmetselarij over naar het continent en zelfs richting Amerika. In Frankrijk start een eerste loge al in 1725.  Ook bij ons verrijzen in die periode autonome ‘werkplaatsen’ of  loges. Geleidelijk aan ontstaat er een drang naar een overkoepelend administratief bestuursorgaan (orde of obediëntie) waartoe loges kunnen aansluiten. Tijdens de Oostenrijkse tijd zal François Bonnaventure Joseph du Mont marquis de Gages  (1739-1787) het voortouw nemen met de oprichting van de Grootloge der Oostenrijkse Nederlanden. Hij zal zijn ganse leven onverdroten aan de vrijmetselarij bijdragen. Het is de Brugse loge La Parfaite Egalité die als eerste in 1765 bij die orde aansluit, verschillende andere Vlaamse en Waalse loges volgen.


Tijdens de Franse periode inspireren de veldloges verbonden aan de regimenten van het Camp de Bruges burgers en militairen tot de creatie van vrijmetselaarsloges, zoals ondermeer La Réunion des Amis du Nord. De principes van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid zorgen in legerkringen voor een ware renaissance van de vrijmetselarij.

Tijdens het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden zoekt Willem I via de vrijmetselarij aanknoping met de rijke industriële aristocratie in het Zuiden. Na de Belgische Omwenteling zet koning Leopold I, als reactie tegen het orangisme,  in 1833 aan tot de oprichting van het Grootoosten van België. Maar de invloed van de clerus en van de katholieke regering zorgt er voor dat geen enkele loge in Brugge een lang leven beschoren is. Gesteund door de pauselijke veroordelingen gericht tegen de vrije menigsuiting en de gewetensvrijheid veroordeelt de Belgische aartsbisschop Sterkx het lidmaatschap van de vrijmetselarij scherp. Het gevolg is dat de vrijmetselaars afstand nemen van de houding van de clerus en voortaan het vrije denken en het vrij onderzoek als maatstaf nemen.

Tegen de gespannen politieke achtergrond van de negentiende eeuw ziet de Brugse loge La Flandre in 1881 het daglicht. Hoewel Anderson in zijn grondwet voorziet dat enkel mannen mogen toetreden, zal de vrouwelijke emmancipatiegolf met de suffragetes eind 19de eeuw aanzetten tot de creatie van Le Droit Humain, een orde die zowel mannen als vrouwen toelaat. Zo ontstaat, mede onder impuls van broeders van La Flandre, in 1930 de Franstalige Brugse loge Aurore. Broeders van La Flandre liggen ook aan de basis van de oprichting van de eerste Vlaamstalige Brugse loge Simon Stevin in  1937.

De lezing focust op de geschiedenis van de Belgische en vooral van de Brugse vrijmetselarij. De spreker toont het parcours dat loopt langs de plaatsen waar de eerste Brugse loges bijeenkwamen. Langsheen het traject komen ook de bekende vrijmetselaars aan bod die in Brugge actief waren en die, in het voetspoor van illustere voorgangers zoals Montesquieu, Voltaire, Lessing, Mozart, Haydn, en Goethe, elk op hun manier bijdroegen aan de maatschappij.

De lezing is gebaseerd op de Wandelgids 11: Vrijmetselarij in Brugge, Uitgaven West-Vlaamse Gidsenkring, geschreven door Joris Surmont. De auteur is lid van de Achtbare Loge Simon Stevin, Grootloge van België.

 

[1] Decartes,  Spinoza: het deïsme, God en de natuur vallen samen

 

Boek hier

Publieke rondleidingen Vrijmetselarij in Brugge

2 uur
Boek hier